de geschiedenis van onze antependia en liturgisch kleurgebruik


De antependia gemaakt door mevr. Neel de Jager-Ubbels

Antependia (latijn voor “voorhangsel”) zijn de kleden die aan de kansel en over de liturgische tafel hangen. De kleuren van de antependia duiden op de verschillende tijden in het kerkelijk jaar.
 
De Protestantse Gemeente te Workum die zondags samenkomt in de Gertrudiskerk heeft verschillende series antependia in bezit. Tentoongesteld zijn de antependia die in 2000 in gebruik werden genomen en die zijn vervaardigd door mevrouw Neel de Jager-Ubbels. Dat zij de aangewezen persoon was om dit werk te verrichten, was snel duidelijk. Mevrouw de Jager stond al bekend als creatief en kunstzinnig gemeentelid. Bovendien had zij jaren geleden ook kleden voor de hervormde kerk van Hurdegaryp gemaakt. De antependia voor de Gertrudiskerk werden bekostigd door een royale gift van de vrouwenvereniging “Wees een zegen”.
 
De antependia die mevrouw de Jager gemaakt heeft, munten uit door de zeggingskracht van de voorstellingen. Dat komt door de eenvoud ervan. De kleden zijn niet “drok”en “wyld”geborduurd, maar in alle soberheid spreken de symbolen hun eigen taal. Voor paars het symbool “Ik ben de ware wijnstok”, voor rood “Spreken in tongen”, voor wit “Vrijheid, vrede”, voor groen “Leven, dood; chaos, rust”. Inspiratie vond mevrouw de Jager respectievelijk in het houtsnijwerk van de preekstoel, in de openhaard thuis, in de duiven van de buren en bij de Noordzee op Vlieland. In de eerste gezamenlijk, hervormd-gereformeerde dienst op Eerste Paasdag 2000 hing het witte antependium voor het eerst over de Avondmaalstafel.

 

     


Kleurbetekenis

Wit: de glans van God en de heiligen, de kleur van reinheid en onschuld, de kleur van Christus. Te gebruiken op de grote feesten van de Heer:  Kerst, Pasen, en de vreugdetijd daarna, Hemelvaart.
Paars: kleur van rouw, boete, inkeer. Te gebruiken in voorbereidingstijden zoals de 40-dagentijd voor Pasen, de adventstijd voor Kerst.
Rood: kleur van bloed en vuur, de kleur van de Heilige Geest en van de kerk. Te gebruiken op Pinksteren, maar ook op hervormingsdag, bij bevestiging van nieuwe leden, inzegening van predikanten en kerkenraadsleden, inwijding van een nieuwe kerk, feesten van kerk en gemeente.
Groen: de kleur van de natuur in de zomer, van de hop op de komende grote zomer, ook de kleur van Gods barmhartigeheid. Te gebruiken op alle overige zondagen.
 

Daar kan nog bij komen roze, een verzwakking van paars, de kleur van de getemperde boete. Deze kleur kan worden gebruikt op de 3de adventszondag en de 4de zondag in de 40-dagentijd, als de doffe rouw even mag worden onderbroken door een glimlach omdat we op de helft van de voorbereidingstijd zijn gekomen en de blijdschap van Pasen, resp. Kerst naderbij is gekomen.
 

Zwart is in feite afwezigheid van alle kleur. Ze werd wel gebruikt op Goede Vrijdag en Stille Zaterdag en ook op Eeuwigheidszondag (vroeger Dodenzondag genoemd). In de kerk kan het echter nooit zó donker zijn dat er helemaal geen kleur meer is, want de genade van God blijft er altijd, ook al lijkt van de mens uit gezien alles hopeloos en donker. Ook in de rouwdienst past geen zwart, maar is wit de aangewezen kleur.


Liturgische kleursymboliek

Advent paars
Kerstavond t/m Epifanie wit
Zondagen na Epifanie groen
Veertig dagen voor Pasen paars
Witte donderdag wit
Goede vrijdag geen kleur,of paars/rood
Pasen en paastijd wit
Pinksteren rood
Trinitatis wit
Zondagen na Trinitatis (zomer en herfst) groen
Doop en belijdenis wit / rood
Bevestiging van ambtsdragers rood
Trouwviering wit
Uitvaart wit /paars

                                                       

 

terug